Onlangs
gaf Jan Cremer aan dat hij het niet zou opgeven met het Cremer
museum. "Ik ben een vechter! Vergeleken met mij is Atilla de Hun
een tuinkabouter", zei hij op Radio 1 vorige week. Het feit dat
het Cremer museum er nog niet was lag aan “de domme, kleinsteedse
mensen in de gemeenteraad die niet verder kunnen kijken dan de
IJssel”. Het feit dat hij dit zegt, zegt meer over zijn
kleinburgerlijke visie en hautaine houding ten opzichte van Enschede
dan over de gemeenteraad. Hij denkt nog steeds dat hij een ster is
waar iedereen voor moet knielen. Laat hem dat vooral denken en wanen
in zijn oude vergane glorie.
Hij
was zelf niet toe in staat om een cent te investeren in zijn eigen
museum maar vraagt de gemeente wel met gemeenschapsgeld te
komen. Ondertussen wel een schop nageven naar de Raad. Wethouder
Marijke van Hees is nog steeds in gesprek met Jan Cremer. Het is
jammer van haar tijd. Het CDA en waarschijnlijk andere partijen
zullen geen enkel cent meer in dit museum investeren en zeker niet na
zijn schandelijke opmerking.
Beste
heer Cremer: "ik zou u zeggen! Ga in gesprek met Coen Teulings,
directeur van het Centraal Plan Bureau en een prominent lid van de
PVDA, om het Cremer museum in Zwolle te vestigen. U zult daar meer
slagen dan in Enschede, want volgens meneer Teulings heeft het meer
zin te investeren in Zwolle dan in Enschede. U krijgt waarschijnlijk
alle steun van hem. Dan kunnen wij ons gelukkig focussen op Enschede
om investeringen te doen die echt waarde toevoegen voor de Enschedese
burger. Veel succes en houd u ons goed op de hoogte, want we zijn erg
geïnteresseerd in uw doen en laten !"
|