Hierbij treffen jullie het complete actieplan aan. Dit plan is tot stand gekomen door initiatief van statenlid Henk Kerkdijk en gemeenteraadslid Enschede Ayfer Koç. Dit resultaat is een samenvatting van een bijeenkomst met ondernemers, vastgoeddeskundigen, raadsleden van gemeentes in Overijssel en statenleden.
Het is een integraal plan waarbij de ene gemeente wat verder is dan een andere. Voor het eerst wordt ook de Provincie genoemd om de problematiek rondom de winkelleegstand aan te pakken. Dit betekent in ieder geval dat Provincie bezig is om geld vrij te maken voor het aantrekkelijker maken van de binnensteden en winkelcentra. Enschede wordt als één van de pilot gemeentes genoemd die mee mogen doen en waarvan de kosten van een belevingsscan vergoed kunnen worden door de Provincie. Mocht Enschede zelfs de beste plan hebben om de binnenstad aantrekkelijker te maken dan kan Enschede tot max. € 100.000 vergoed krijgen.
Hieronder het actieplan leegstand detailhandel.
CDA 10-punten
actieplan leegstand detailhandel
1) Gemeente is aanjager en
regisseur De gemeente heeft een aanjaag- en regiefunctie wat
betreft de ontwikkeling, toegankelijkheid, kwaliteit en
aantrekkelijkheid van binnensteden en winkelcentra en het tegengaan
van verloedering en winkelleegstand. Zij werkt daarin samen met
ondernemers, vastgoedeigenaren en andere partners.
2) Integrale visie als
leidraad Er dient een integrale visie (toekomstbeeld) per
gemeente, en indien mogelijk per kern/wijkcentrum, te komen, waarbij
gekeken wordt waar de behoeften van ondernemers, politiek,
consumenten en andere betrokkenen liggen. Kwaliteit en diversiteit
van winkelaanbod, belevenis, veiligheid en openbare ruimte in de
winkelgebieden en het onderscheidend vermogen zijn hierin essentiële
elementen. De visie is een dynamisch document, dat als leidraad dient
voor uitvoering en beleid in bijv. bestemmingsplannen. Vooral
handhaving van het proces is essentieel. Vooraf moet de gebruikte
terminologie voor elke betrokkene duidelijk zijn (bijv. verschil
tussen funshoppen en boodschappen doen).
3) Detailhandelbeleid
formuleren Gemeenten worden uitgedaagd een lokaal
detailhandelbeleid te formuleren, om zich met de gewenste
gemeentelijke detailhandelsstructuur voor de komende jaren binnen de
regio te profileren. Op lokaal (kern)niveau zal het aanbod zich
richten op de plaatselijke behoeften, op gemeentelijk niveau zal het
detailhandelaanbod diversiteit moeten bieden voor de gemeente in zijn
geheel. Ten slotte zal de gemeente onderscheidend moeten zijn ten
opzichte van de vergelijkbare (concurrerende) winkelgebieden in de
omliggende regio.
4) Handhaving
bestemmingsplannen en terugdringing regelgeving Gemeenten
moeten zorgen voor actuele bestemmingsplannen en niet schromen
wanneer handhaving nodig is. Ondernemers dienen zoveel mogelijk
ontzorgd te worden door het terugdringen en verminderen van
regelgeving.
5) Samenwerking en
vertrouwen Er moet gewerkt worden aan samenwerking,
onderling vertrouwen en interactie tussen bedrijfsleven en politiek.
Omdat de belangen verschillen, moet er gezocht worden naar
gemeenschappelijke waarden. De tijd dat je alleen kon wijzen naar de
overheid voor de aanpak van dit soort problemen is voorbij. Iedere
betrokkene heeft hierin eigen verantwoordelijkheid. Ondernemers
worden daarbij opgeroepen te lobbyen richting de politiek.
6) Aantrekkelijkheid
winkelgebieden vergroten Wanneer er inzicht is in huidige en
ingeschatte leegstand op korte, middellange en lange termijn, kunnen
gemeenten initiatieven faciliteren en stimuleren om de
aantrekkelijkheid van een winkelgebied te vergroten: •
Ruilverkaveling (compacter winkelgebied) • Aanloopstraten
andere functie geven dan winkelfunctie • Combinaties in een
pand stimuleren (aantrekkelijk voor (startende) kleine
ondernemers) • Managementteam voor binnenstad organiseren
(incl. ondernemers, gemeente en vastgoedeigenaren) • Pop-up
winkels realiseren (tijdelijke, specifieke locatie voor piek in
bezoekersaantallen) • Faciliteer publiekaantrekkende
voorzieningen zonder winkelfunctie (cultuur of zorg) die bijdragen
aan verbinden en ontmoeten. • Creëer broedplaatsen waar
nieuwe en oude ondernemers en politiek elkaar ontmoeten Onderzocht
moet worden of herstructurering (deels) met coördinatie en
financiering op provinciaal niveau wenselijk en haalbaar is.
7) Beleving Overijsselse
winkelgebieden Overijsselse gemeenten worden uitgedaagd om
t.b.v. hun winkelgebieden een belevingsscan (toolkit) uit te voeren.
Met deze scan wordt geschetst t.a.v. het aanzien van het gebied, de
panden, het straatmeubilair, onderhoud, de overlegstructuur etc. en
de daarin door te voeren verbeteringen. De provincie initieert de
totstandkoming van de belevingsscan incl. een plan van aanpak om de
beleving te verbeteren. Deelnemende winkelgebieden kunnen de
resultaten presenteren tijdens het Detailhandelscongres Overijssel.
Uit de uitgevoerde scans kiest de provincie op basis van kwalitatieve
criteria jaarlijks het ‘Meest Kansrijke Overijsselse Winkelgebied’.
Dit winkelgebied ontvangt een tegemoetkoming van maximaal €100.000,-
om het plan van aanpak ten uitvoer te brengen. De scan zal worden
ontwikkeld op basis van een viertal in 2013 uit te voeren pilots
(dorp, kleine stad, middelgrote stad en grote stad). Voorstel is
Olst/Wijhe (deels reeds uitgevoerd), Kampen, Almelo en
Enschede. Tussen de pilots dient wel onderscheidend vermogen in
problematiek en aanpak aanwezig te zijn.
Om de sfeer in het winkelgebied
te verbeteren, kan gedacht kan worden aan: • het gebruik van
beeldschermen en projecties te combineren met evenementen (bijv.
Demerpassage in Eindhoven). • focussen op harmonie, het
verwijderen van negatieve indrukken, het betrekken van alle zintuigen
en het creëren van onderscheidende identiteit. • het aanwijzen
van een winkelstraatambassadeur die verantwoordelijk is voor de
beleving, leegstand en vragen kan beantwoorden van ondernemers in die
straat. • regelen van kinderopvang voor gezinnen en dit
proberen met participatiebanen te realiseren.
8) Innovatie Ten
behoeve van innovatieprocessen in de detailhandel, zal aansluiting
worden gezocht bij de initiatieven binnen Kennispoort Zwolle,
Kennispark Twente en Stedendriehoek Innoveert. Binnen dit initiatief
worden via ontmoetingen tussen ondernemers, die leiden tot verbinding
en versnelling van initiatieven, diverse vormen van ondersteuning
georganiseerd. Deze ondersteuning richt zich op businessontwikkeling
en vermarkting, financiering, kennis en (sociale) innovatie.
9) Nieuwe
technologie De consument wil naast het fysieke winkelaanbod
en sfeer ook gemak. Gemeenten en ondernemers kunnen hieraan bijdragen
en hier tegelijkertijd zelf voordeel uit halen, door: • gratis
wifi aan te bieden in winkelgebied (stimulans aantrekkelijkheid van
het gebied) • te winkelen via internet cq webshop als
voorportaal van de fysieke winkel te gebruiken Bij de invoering
van dit nieuwe winkelen kan aangesloten worden op het thema Innovatie
(8) en op de provinciale initiatieven t.a.v. de uitrol van breedband.
10) Weten wat de consument
wil De consument
is het begin- en het eindpunt en wil zowel fysiek als digitaal
bediend worden. De ondernemer moet initiatief nemen in onderzoek naar
klantbehoefte, om de consument zo optimaal mogelijk tegemoet te
komen. Dit vergt andere competenties van de ondernemer dan voorheen.
Belangenbehartigers (MKB, KvK, lokale platforms) kunnen hen daarin
ondersteunen.
|