Rotterdam en Tilburg doen al aan reshoring, oftewel het terughalen van productie uit lagelonenlanden. Zo heeft de gemeente Rotterdam bij de aanbesteding van de productie van containers als voorwaarde gesteld dat de productie “in huis” zou moeten gebeuren. Het Rotterdamse bedrijf Bronij, die al containers plaatste heeft de aanbesteding gewonnen. De directeur daarvan heeft een nieuw bedrijf opgericht Ferro-Fix en heeft de productie van containers teruggehaald van Oost-Europa naar Rotterdam. Dit bedrijf heeft nu 125 medewerkers waarvan 118 afkomstig zijn van de sociale werkplaats.
De gemeente Tilburg die inmiddels een voortrekkersrol heeft als het gaat om reshoring, benadert bedrijven om de productie hier te behouden. Zij doet dat samen met de Universiteit Tilburg door het totale kostenplaatje van uitbesteding, ook wel de “total cost of ownership”, inzichtelijk te maken. Dit model is ontwikkeld door de Amerikaan Harry Moser. Hij motiveert bedrijven om de maakindustrie terug te halen naar Amerika. Ondernemers kijken bij de vergelijking met de lagelonenlanden alleen naar de loonkosten, terwijl eigenlijk het totale kostenplaatje inzichtelijk gemaakt zou moeten worden om een goede vergelijking te kunnen maken. De toegenomen transport-, coördinatie-, ineffeciëntie- en reiskosten van het management worden niet meegenomen in de vergelijking. Door deze kosten en de toegenomen loon-en transportskosten mee te nemen wordt het verschil steeds kleiner. Moser geeft aan dat met het terughalen van de maakindustrie naar de VS inmiddels 50.000 banen zijn gecreeerd. Zo heeft General Electric een deel van haar productie teruggehaald en ook Apple is dit van plan.
Inmiddels ziet ook het kabinet het belang van reshoring en heeft het na kamervragen van CDA en PvdA 600 miljoen euro beschikbaar gesteld voor bedrijven die hun productie terug willen halen naar Nederland. Reshoring kan volgens het kabinet aantrekkelijk zijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zoals arbeidsgehandicapten en langdurig werklozen.
Enschede was een textielstad. Waarom zouden wij bepaalde textielproductie hier niet terug kunnen halen? Er zijn Enschedese bedrijven zoals Haton, die hun productie verplaatst hebben naar Oost-Europa of Azië. Wellicht dat het college hen kan benaderen om hun productie terug te halen, zeker nu ze ook subsidie van het kabinet kunnen krijgen. Een andere optie is Nederlandse ketens als de Hema, V&D en C&A te benaderen voor het laten maken van (een deel) van kleding of ander textiel in Enschede. Ik wil dan ook graag het college vragen om hier serieus naar te kijken.
|
Homepage
